In juni 2015 voer de milieuboot op de IJzer en dat betekent toch altijd een beetje spanning.
Hevig regenweer kan de rivier immers in een onbevaarbare waterloop veranderen.
Nochtans is de mens zeer vindingrijk om de natuurkrachten zo veel mogelijk in toom te houden.
We nemen je even mee in het verhaal van de IJzer!
De IJzer ontspringt in Noord-Frankrijk en mondt 78 km verder uit in de Noordzee,
via het sluizencomplex de Ganzenpoot in Nieuwpoort.
Voor het brongebied van de IJzer moeten we naar Noord-Frankrijk, ten westen van de
stad Cassel. Daar heeft de stroom twee officiële bronnen, in Buisscheure en in Lederzele.
Tot aan de landsgrens is de IJzer een grote, kronkelende beek. Naarmate er meer zijbeken
uitmonden in de IJzer wordt de stroom breder en dieper. Vanaf Diksmuide tot aan de
Ganzenpoot in Nieuwpoort stroomt ze verder tussen twee dijken.
De monding in de Noordzee wordt gevormd door een estuarium. Een estuarium is een
trechtermonding van een stroom waarbij er zeewater landinwaarts dringt. Het zoete water
van de waterloop geraakt vermengd met het zoute water van de zee, waardoor een overgang van
zoet naar brak naar zout ontstaat. Dit levert een unieke habitat op met typische planten-
en diersoorten. De mariene invloed reikt tot ongeveer 2 km landinwaarts.
|
De IJzer in Roesbrugge (foto: Wikipedia)
|
Overstroomde IJzerbroeken (foto: Kustfotografie.be) |
Regenrivier
De IJzer is een typische laaglandrivier. Over zo'n twee derde van zijn lengte kent
de IJzer nauwelijks verval. De natuurlijke waterpeilschommelingen worden dan ook
hoofdzakelijk bepaald door de hoeveelheid neerslag en de breedte van de vallei.
De IJzer vertoont grote debietveranderingen waardoor naburige gebieden waterrijk
zijn en onderhevig aan overstromingen.
De winter- en de zomerbeddingen van de IJzer zijn heel verschillend van oppervlakte.
In perioden met veel en langdurige neerslag of toevoer van smeltwater vertoont de
stroom een brede winterbedding. De zomerbedding is veel smaller aangezien er in de
zomer minder neerslag valt.
Ingrepen van de mens
Sinds lang is de IJzer geen natuurlijke waterloop meer. Door bedijkingen,
kanalisatie en sluizen heeft de mens de IJzervallei erg naar zijn hand gezet. Op die
manier wou men overstromingen van de IJzer bedwingen en bevaarbare routes naar de zee creëren.
Het water van de natuurlijke waterlopen in de buurt van de IJzer stroomafwaarts
van Diksmuide komt door de indijking niet meer in de IJzer terecht. Al dat
oppervlaktewater wordt verzameld in afwateringskanaaltjes en rechtstreeks
naar de Ganzenpoot afgeleid.
|
Overstroomde IJzerbroeken (foto: Vildafoto) |
Polders, broeken en getijden... het water beheersen
Polders en broeken zijn zeer drassige, laaggelegen gebieden op minder dan 5 m
boven de zeespiegel. De bodem is vruchtbaar, maar verzadigd met water. Om landbouw
mogelijk te maken, werd een netwerk van grachten en kanalen gegraven en werden
drainagebuizen aangelegd waardoor het bodemwater afgevoerd wordt naar de zee.
Tussen Haringe (Poperinge) en Diksmuide liggen vooral langs de onbedijkte rechteroever
van de IJzer uitgestrekte weilanden, de IJzerbroeken. Ze beslaan ruim 4 000 ha
weideland en behoren tot de natste gebieden. Bij sterke regenval kunnen duizenden
hectaren onder water komen. Eeuwenlang werden de broeken door de boeren op een bijna
natuurlijke manier gebruikt. De hoge waterstand liet slechts korte graasperioden toe
en één hooibeurt per jaar.
De IJzerbroeken vormen een groot natuurgebied met een enorme rijkdom aan watervogels
en bloemenrijke weiden.
Pompgemalen in de broeken zorgen ervoor dat het waterpeil op een bepaald niveau
blijft. Ze pompen het water uit de broeken naar de IJzer.
Door de getijden op zee kan de IJzer niet altijd water afvoeren naar zee.
In afwachting van laagtij kan het afstromende water van de IJzer tijdelijk worden
verzameld in het waterspaarbekken in Nieuwpoort. Het sterk wijzigende waterpeil
op dit bekken gedurende regenperioden bemoeilijkt de scheepvaart op de IJzer.
|
De Dodengang in Diksmuide
|
|
De IJzertoren in Diksmuide
|
Met water vechten... WO I
De mens heeft gevochten tegen het water van de IJzer, maar het water van de IJzer werd
ook ingezet als 'geheim wapen'. Toen de Duitse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog
opgerukt waren tot aan de IJzer kwam de sluiswachter Karel Cogge op het idee om de
IJzervallei en de polders rond de IJzer te laten overstromen om hen tegen te houden.
Karel Cogge en zijn kompanen openden gedurende een aantal opeenvolgende nachten de
sluisdeuren zodat de zee de IJzervlakte kon binnendringen. De Duitse soldaten trokken
zich terug achter de IJzer. Vanaf dan werd de oorlog aan beide zijden van de IJzer gevoerd.
De Belgische strijdkrachten hoopten op die manier de Duitse opmars naar de Noordzeehavens
Duinkerke en Calais te verhinderen.
Bunkers en loopgraven langs de IJzer getuigen nog van de angstige dagen die onze
grootvaders hier hebben meegemaakt. Als herdenking aan de Eerste Wereldoorlog vinden
we nog vele monumenten terug.
De IJzertoren in Diksmuide - het belangrijkste monument ter nagedachtenis van de gesneuvelden
van WO I - valt meteen op in het landschap.
De Dodengang is een reconstructie van het bovengrondse loopgravennetwerk uit de
Eerste Wereldoorlog. De Duitsers zaten verschanst op de rechteroever, de geallieerden op
de linkeroever. De soldaten leefden in de loopgraven.
Scheepvaart
Vanaf de 13de eeuw werd de IJzer een belangrijke scheepvaartroute voor de zuivel- en
lakenhandel tussen Ieper, Diksmuide en Brugge. In de 16de eeuw waren er onder het bewind
van Filips de Schone belangrijke kanaliseringswerken. Op het einde van de 19de eeuw werden
in de achterhaven van Nieuwpoort 6 waterwegen samengebracht in een uniek sluizencomplex. In
overeenstemming met de vorm wordt dit complex 'De Ganzenpoot' genoemd. Naast enkele kleine
afwateringskanalen staan ook belangrijkere kanalen zoals het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort,
het Kanaal Veurne-Ambacht en het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke hier in verbinding met de IJzer.
|
De Ganzenpoot in Nieuwpoort:
1. Kanaal Plassendale-Nieuwpoort;
2. IJzer;
3. Kanaal Veurne-Ambacht;
4. Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (bron: google) |
Momenteel is er op de IJzer weinig beroepsvaart. De IJzer is vrij smal en ondiep, kent
hier en daar een kronkelig verloop en vertoont schommelende debieten waardoor de rivier
moeilijk bevaarbaar is voor vrachtschepen. Alleen kleine vrachtschepen tot 300 ton
kunnen er varen.
Pleziervaart is de jongste jaren echter toegenomen. Het uitgestrekte, groene landschap
rond de rivier en de inrichting van jachthavens bevorderen de recreatie op en langs het water.
Waterkwaliteit
Ondanks de algemene verbetering van de waterkwaliteit in Vlaanderen is de waterkwaliteit van
de IJzer nog steeds niet goed. Ook de soortenverscheidenheid aan vissen en andere
waterorganismen is er matig. Vooral stroomopwaarts ontvangt de IJzer vervuild water
van haar zijrivieren.
Net stroomafwaarts van het centrum van Diksmuide komt de laatste zijrivier in de
IJzer uit. Het is de Handzamevaart, meteen ook haar meest vervuilde zijrivier. Verder
stroomafwaarts zorgen grachten voor de afwatering van het gebied. Op deze manier
vertoont de IJzer iets minder vervuiling tussen Diksmuide naar Nieuwpoort.
Recreatie
Het waterspaarbekken in Nieuwpoort speelt in de eerste plaats een belangrijke rol in
het waterbeheer van de IJzer, maar biedt natuurlijk ook watersportplezier.
De oevers van de rivier werden natuurvriendelijk ingericht met meerdere paaiplaatsen
voor vissen. Her en der langs de waterloop genieten hengelaars van de rustige omgeving
terwijl hun dobber op het water drijft.
Het pad langs de rivier vormt een veilig fiets- en wandelpad, omgeven door waterrijke
natuur met tal van watervogels.
|
De Viconiakleiputten |
|
Paaiplaatsen |
Natuur
Viconiakleiputten
Op linkeroever tussen Stuivekenskerke en de IJzer bevinden zich de Viconiakleiputten.
Dit natuurreservaat is 22 ha groot en staat vooral bekend voor haar grote
vogelrijkdom. Vrij ondiepe plassen die ontstaan zijn door de ontginning van klei bieden
een overwinteringsplaats, voedsel en nestgelegenheid aan tal van vogelsoorten.
In de buurt van het reservaat staat de Viconiakasteelhoeve, nu een vakantiehoeve.
In de 12de en13de eeuw was dat de abdijhoeve van de Norbertijnen van Vicoigne in
Raismes (Noord-Frankrijk). In de hoge bomen rond de hoeve broeden jaarlijks
verscheidene blauwe reigers.
Paaiplaatsen
In het verleden werden de oevers van de IJzer rechtgetrokken en verstevigd om ze
te beschermen voor de golfslag van voorbijvarende schepen. Hierdoor verdwenen de
paaiplaatsen van de vissen. Om de vissen opnieuw een kans te geven zich voort te
planten werden kunstmatige paaiplaatsen ingericht. Langs de oevers van de IJzer
zie je vaak een rij met palen waartussen wilgentakken geweven zijn. Achter deze
palenrijen zijn ondiepe plassen ingericht waar vissen kunnen paaien zonder verstoring
van boten. De waterplanten zorgen voor beschutting en voedsel voor de vissen.
De hogere temperatuur in de ondiepe plassen en de geur van planten trekt de vissen aan.
In perioden van sterke stroming na een hevige regenbui dienen de paaiplaatsen ook
als schuil- en rustplaats. Dergelijke initiatieven dragen bij tot het behoud en
de uitbreiding van het visbestand op de IJzer. Veel voorkomende vissen zijn
paling, brasem, kolblei, giebel, karper, riviergrondel, blauwbandgrondel, rietvoorn,
blankvoorn, baars, snoekbaars en bot. Desondanks blijft het visbestand op de
IJzer matig.
|
De Blankaart
|
Drinkwaterproductiecentrum en natuurreservaat 'De Blankaart'
Het natuurreservaat 'De Blankaart' in Woumen is door eeuwenlange turfwinning het
laagst gelegen gebied in de IJzervallei. Hier wordt drinkwater geproduceerd uit
oppervlaktewater. Het waterspaarbekken, een achthoek van meer dan 60 ha groot,
voorziet het grootste deel van West-Vlaanderen van drinkwater. Door de lage ligging
kan het gebied niet afwateren naar de IJzer. Het peil in het Blankaartbekken
is afhankelijk van het pompgemaal ter hoogte van de Stenensluisvaart, met
uitzondering van de perioden waarin de IJzer overstroomt.
|