In september 2014 vaart de milieuboot op het Kanaal Leuven-Dijle. Scholen verkennen het kanaal
op een tocht tussen Leuven en Kampenhout of tussen Mechelen en Kampenhout. Tijdens de weekends en
op woensdagnamiddagen worden er milieuboottochten georganiseerd met op- én afstappen in
ofwel Leuven of Mechelen. Meer info leest u
hier.
|
Vernieuwde sluis van Battel |
|
Sluis van Boortmeerbeek |
Even situeren...
Het Kanaal Leuven-Dijle is zo’n 30km lang. Het begint in de Vaartkom in Leuven en mondt
net voorbij Mechelen uit in de Dijle, ter hoogte van het Zennegat.
Om het hoogteverschil tussen Leuven en het Zennegat te overbruggen zijn er vijf sluizen
op het kanaal gebouwd. Omdat het relatief smal is (max. 32m breed) zijn er op geregelde
plaatsen in het kanaal verbredingen of zwaaikommen aangelegd waar de schepen gemakkelijk
kunnen draaien of 'zwaaien'.
Het kanaal is bevaarbaar voor vrachtschepen tot 600 ton, maar nu is de vrachtvaart er
veel minder belangrijk dan vroeger en komt vooral de pleziervaart er aan zijn trekken.
Het Kanaal Leuven-Dijle is een groen kanaal en op de jaagpaden is het heerlijk fietsen en wandelen!
Waarom een kanaal?
Al sinds de late Middeleeuwen werd in het Hertogdom Brabant veel handel
gedreven. Ook Leuven was een nijvere stad met veel ambachtelijke activiteiten. Via de
Dijle werden allerlei goederen en voedsel per schip aan- en afgevoerd. Maar voor Leuven
was dit al snel onvoldoende. De Dijle is namelijk een moeilijk bevaarbare rivier.
De aanleg van een kanaal bleek noodzakelijk.
Groeipijnen
In 1750 werd gestart met de graafwerken en het eerste schip bereikte Leuven in 1753.
Het Kanaal Leuven-Dijle is daarmee één van de oudste van ons land, maar op technisch vlak
was het kanaal niet meteen een succes. De drie sluizen van Kampenhout, Mechelen en het
Zennegat volstonden niet om het niveauverschil van 14 meter op te vangen. De druk van het
water in het kanaal was zo groot dat de sluisdeuren stuk gingen en dat op bepaalde plaatsen
zelfs de dijk doorbrak. Een aantal nieuwe sluizen moesten deze overstromingen in de toekomst
voorkomen. De sluis van Mechelen werd vervangen door een nieuwe sluis in Battel en in
Boortmeerbeek. In Tildonk werd ook een sluis bijgebouwd.
Van bierkanaal naar een multifunctionele waterweg
|
Trekschuit voor passagiers - Mechelen |
|
Brouwerij AB InBev in Leuven
|
Pas vanaf 1763, na de aanpassingen, begon de scheepvaart goed te lopen.
De omgeving van de Vaartkom in Leuven werd een groeiend en bloeiend stadsdeel
met handelshuizen en magazijnen. Een trekschuit voor passagiers, die pas werd
afgeschaft na de opening van de spoorlijn in 1837, pendelde tussen Leuven en Mechelen.
Het Kanaal Leuven-Dijle is wellicht het meest bekend als 'bierkanaal' door de
vele brouwerijen en mouterijen die zich langs de waterweg vestigden. Zij hebben
veel grondstoffen nodig die via het water goedkoop aangevoerd kunnen worden.
Na verloop van tijd ging het kanaal evenwel steeds minder renderen. De geringe
diepgang liet geen voldoende grote schepen meer toe en de concurrentie van de
spoorwegen en het vrachtvervoer werd te sterk.
Toch is er sinds het midden van de jaren ‘90 van de vorige eeuw een kentering
merkbaar. Er wordt opnieuw gebaggerd en de sluizen kregen een opknapbeurt.
De binnenscheepvaart op het kanaal wordt gepromoot. Maar veel bedrijven zijn er
gesloten en nieuwe activiteiten lokken is niet zo evident.
Nu heeft het Kanaal Leuven-Dijle vooral op toeristisch en recreatief vlak steeds
meer te bieden.
Het kanaal is een trekpleister voor het vaartoerisme, biedt een rustgevend fiets-
en wandeltraject en is een uitstekend hengelgebied. Het verbindt Leuven met Mechelen,
twee levendige steden met een rijk cultuur-historisch verleden.
Belangrijk is dat er langs het kanaal aandacht is voor natuur en natuurontwikkeling.
Vanaf Battel (Mechelen) neemt het kanaal haar idyllische vorm aan. Op linkeroever tussen
de Vaart en de Zenne ligt bijvoorbeeld het natuurgebied de Battelaer, op rechteroever het
natuurreservaat Oude Dijlearm. Aan het Zennegat worden in kader van het Sigmaplan momenteel
enkele gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd. Zij zullen in de toekomst bij
hoogwaterstanden als overstromingsgebied dienen en tegelijk zal er zeldzame getijdennatuur
ontstaan.
Het SIGMAPLAN
|
Het rivierenland rond de Dijlemonding maakt deel uit van de actualisatie
van het Sigmaplan en bestaat uit een cluster van drie overstromingsgebieden
langs het stroomafwaartse deel van de Dijle: Zennegat, Grote Vijver en Heindonk.
Het Zennegat en een deel van de Grote Vijver worden ingericht als Gecontroleerd
Gereduceerd Getijdengebied (GGG). Dit houdt in dat het gebied onderhevig zal zijn
aan de getijwerking van de Dijle. Het gebied zal twee maal per dag overstromen.
Door de dagelijkse getijwerking zullen zich op termijn kreken en schorren ontwikkelen.
Het gebied Heindonk wordt ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG).
Dit houdt in dat het poldergebied wordt ingericht in functie van veiligheid waarbij
hier de landbouw als gebruiker van het gebied primeert. Er wordt een nieuwe ringdijk
voorzien rondom het gebied waarbij de dijk tussen de Dijle en het GOG wordt ingericht
als overloopdijk.
Het Dijlewater kan zo enkel bij extreem hoog water (stormtij) in het
gebied stromen.
www.sigmaplan.be |
|
|
Water en waterkwaliteit
Het Kanaal Leuven-Dijle ligt hoog in het landschap. Dat komt doordat de loop niet
echt uitgegraven is, maar de oevers grotendeels aangehoogd zijn op het oorspronkelijke,
wat uitgediepte maaiveld. Beken of rivieren die het kanaal kruisen, duiken er om die
reden onderdoor (via sifons) en monden - met hun eventuele vuilvracht - uit in de Dijle.
Het voedingswater van het kanaal komt grotendeels van de Voer en de Dijle. In de Voer
kwam vroeger het huishoudelijk afvalwater van o.a. de gemeente Tervuren terecht. Gelukkig is
er sinds 2009 een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Tervuren waardoor de
waterkwaliteit van de Voer - en dus van het Kanaal Leuven-Dijle - de goede richting
uitgaat. Omdat er stroomafwaarts Leuven geen afvalwater of lozingen meer in het kanaal
terecht komen en door het zelfzuiverend vermogen1
en de lange verblijftijd van het water
verbetert de kwaliteit van het kanaal sowieso richting Mechelen.
Desondanks is de biologische waterkwaliteit maar matig. De steile oevers zorgen er nl.
voor dat er weinig waterplanten groeien wat de paai- en beschuttingsmogelijkheden voor
macro-invertebraten en vissen vermindert. Gelukkig werden op verschillende plaatsen
plasbermen2 aangelegd die voor een grotere
biodiversiteit moeten zorgen. De aanwezigheid van vissen zoals de baars, pos,
blankvoorn en paling in het kanaal trekt naast aalscholvers ook hengelaars aan.
Waterkwaliteit Dijle
Er werd de laatste jaren sterk geïnvesteerd om de waterkwaliteit van de
Dijle te verbeteren. De chemische kwaliteit was voordien nog 'matig verontreinigd',
maar wordt nu beschouwd als aanvaardbaar en ook de biologische kwaliteit ging van
een slechte naar een goede score. De kwaliteitsverbetering van het water heeft ook
een positief effect op het visbestand.
|
Technische hoogstandjes op het Kanaal Leuven-Dijle
|
Sluis van Kampenhout |
De waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) installeerde op het Kanaal
Leuven-Dijle een volautomatisch systeem om het peil van het kanaal te regelen.
In 2006 werden er aan de sluizen van Tildonk, Kampenhout, Boortmeerbeek en Battel
vier kleine waterkrachtcentrales gebouwd. Op die manier levert het gemoderniseerde
kanaal voldoende groene energie om een goeie 500 gezinnen van stroom te voorzien.
Deze groene elektriciteit voorziet ook de sluizen van elektriciteit.
Tot voor kort werden de bruggen over het kanaal bediend door drie mobiele ploegen,
de sluizen door een sluiswachter ter plaatse. Nu worden alle bruggen en sluizen op
het kanaal (behalve de tijsluis in het Zennegat) bediend vanuit de centrale
bedieningspost in Kampenhout.
Water in de stad
Zoals zoveel steden ontstonden ook Leuven en Mechelen in een ver verleden aan een rivier,
in dit geval aan de Dijle. De steden groeiden organisch rond de kronkelende rivier.
Maar door de watervervuiling en de regelmatige overstromingen bekoelde de liefde tussen
beide snel. De oorspronkelijke stedelijke navelstreng verdween geleidelijk uit het stadsbeeld.
Maar nu het water van de Dijle proper en beheersbaar is, geeft men deze rivier terug een
prominente plaats in de stad. Voorbeelden hiervan zijn de Dijleterrassen in Leuven en
het Dijlepad in Mechelen.
Het Leuvense stadsgedeelte aan de Havenkom, waar het Kanaal Leuven-Dijle begint,
ondergaat momenteel een complete gedaanteverwisseling. Interessante panden worden
gerenoveerd, er komen nieuwe panden, wonen en werken krijgen er een belangrijke plaats.
De Havenkom is nu vooral een haven voor jachtjes en kleinere bootjes.
1. Elke waterloop heeft de mogelijkheid zichzelf te zuiveren. Het natuurlijke afval
dat in de waterloop terechtkomt, wordt door micro-organismen omgezet tot water,
voedingsstoffen voor planten en koolstofdioxide.
2. Plasbermen verdedigen de oevers tegen de golfslag van de schepen, tegelijk laten
ze de verankering van waterplanten toe waardoor ook dieren (vissen, vogels,
insecten,...) een hogere overlevingskans krijgen.
|