IN DE KIJKER

De Milieuboot Nieuwsbrief 92 | oktober 2019

HET VERHAAL VAN DE KEMPENSE KANALEN

Het Kanaal Bocholt-Herentals, het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen vormen samen met enkele kleinere kanalen en de verderop gelegen Zuid-Willemsvaart de Kempense kanalen. Ze zijn gegraven om de Maas en de Schelde met elkaar te verbinden. De kanalen liggen vooral in het Netebekken en Maasbekken en in een klein gedeelte van het Benedenscheldebekken. Ze worden gevoed met het water uit de Maas. Naast hun transportfunctie hebben de Kempense kanalen een grote natuurwaarde en zijn ze sterk in trek bij wandelaars, fietsers en vissers. Het is De Vlaamse Waterweg nv die de kanalen beheert.

Dit najaar nam de milieuboot heel wat jongeren en volwassenen mee voor een tocht over water op het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Kanaal Bocholt-Herentals. In het voorjaar van 2020 is de Zuid-Willemsvaart aan de beurt.



Een beetje geschiedenis

Het gebruik van binnenwateren als transportweg is sinds de middeleeuwen onmisbaar. In de 16de eeuw werden de eerste grote kanalen in de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) gegraven onder het bewind van Keizer Karel. Hij was ook de eerste die het idee opperde om de Schelde met de Maas te verbinden via een kanaal, een project dat toen niet werd verwezenlijkt.

De plannen voor een Maas-Scheldeverbinding werden pas in 1803 opnieuw van onder het stof gehaald door Napoleon. Hij had het ambitieuze idee om het ‘Canal du Nord’ (Noordkanaal) aan te leggen, een kanaal dat de Rijn met de Schelde moest verbinden. Dat Kanaal zou dan van Neuss aan de Rijn noordelijk lopen en in Venlo de Maas kruisen. Vandaar zou het verder worden getrokken over het laagste deel van de waterscheidingslijn tussen Maas en Schelde tussen Bocholt en Lommel. Van Lommel zou het kanaal naar Herentals lopen om dan via de Nete en de Rupel een verbinding met de Schelde te maken. Dit was de eerste aanzet tot de Kempense kanalen. De werken werden echter al in 1810 gestaakt na de annexatie van het Koninkrijk Holland. Napoleon had minder nood aan een verbinding met de haven van Antwerpen, aangezien de Nederlandse havens gelegen aan Maas en Rijn (bv. Rotterdam) nu ook tot zijn rijk behoorden.

Na zijn nederlaag in Waterloo druipt Napoleon in 1815 af en Willem I wordt koning van het Koninkrijk der Nederlanden. In een poging om de economie te herstellen, zet hij de werken aan het onafgewerkte ‘Canal du Nord’ gedeeltelijk verder: de voedingsgracht van dit Noordkanaal wordt verbreed en doorgetrokken tot in Maastricht. Naar het noorden laat hij verder graven tot aan de Maas in ‘s Hertogenbosch. Dit is de geboorte van de gedeelde Belgisch-Nederlandse Zuid-Willemsvaart. Het duurt nog tot de onafhankelijkheid van België (1830) vooraleer er sprake is van het verder afwerken van de Maas-Scheldeverbinding op Belgische bodem. In 1843 worden de graafwerken voor het Kanaal Bocholt-Herentals aangevat.

In 1846 kan men van de Maas via het Kanaal Bocholt-Herentals, de Kleine Nete, de Beneden-Nete, de Rupel en de Schelde tot in Antwerpen varen; de Schelde-Maasverbinding is een feit.

In de 19de eeuw waren de Kempen een uithoek van het prille België, een arme streek zonder enige noemenswaardige nijverheid. Het landschap met schaars gras en veel heide leende zich niet tot landbouw. Om de verkeersinfrastructuur te verbeteren en de gronden vruchtbaar te maken door irrigatie, werd een reeks kanalen aangelegd. In Dessel werd een aftakking gemaakt van het Kanaal Bocholt-Herentals: het Kanaal Dessel-Turnhout werd in 1846 afgewerkt. De provincie Antwerpen was groot voorstander om dit kanaal door te trekken tot Antwerpen, maar bij gebrek aan engagement van de staat duurde het tot 1875 vooraleer dit tweede deel er kwam.

In dezelfde periode werd ook het kanaal van Dessel naar Hasselt aangelegd. Pas bij de aanleg van het Albertkanaal in 1939, waarvoor een deel van het kanaal naar Hasselt werd gebruikt, werd het gedeelte tussen Dessel en Kwaadmechelen gemoderniseerd. Zo krijgen grote schepen die van de Zuid-Willemsvaart of Turnhout komen een vlottere verbinding met Antwerpen. Dit deel heet nu het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen.


© De Milieuboot                                                                                                       © Google: Het kanalenkruispunt in Dessel



HET KANAAL BOCHOLT-HERENTALS

Het Kanaal Bocholt-Herentals is een 57 km lang kanaal dat begint bij de aftakking van de Zuid-Willemsvaart in Bocholt en eindigt bij het Albertkanaal in Herentals. Het loopt voor een groot deel evenwijdig met de gekanaliseerde Kleine Nete. Op bepaalde plaatsen bevindt het wateroppervlak zich opvallend hoger dan de omgeving.

Scheepvaart

Het Kanaal Bocholt-Herentals kent een hoogteverschil van 33 m dat overbrugd wordt door tien sluizen. Sluis nr. 10 in Herentals versast schepen over een hoogteverschil van 7,5 m en is daarmee de hoogste sluis. Schepen hoger dan 5 m kunnen het kanaal niet op door een beperkte doorvaarthoogte van enkele vaste bruggen. Met de aanleg van de nieuwe fietsbrug in Herentals, met een doorvaarthoogte van 9 m, wil de waterwegbeheerder meer scheepvaart en ook meer containerschepen aantrekken, analoog aan het Albertkanaal. Het grootste aandeel trafiek op het kanaal komt van de Sibelco Group en hun witzandontginning.


Industrie

Het grootste bedrijf langs het Kanaal Bocholt-Herentals is een vestiging van Umicore in Olen. Deze multinationale onderneming is een materiaaltechnologiebedrijf dat in 1989 ontstond uit de fusie van een aantal bedrijven gespecialiseerd in mijnbouw en smelterijen, zoals Union Minière en Métallurgie Hoboken-Overpelt. De naam Umicore wordt gebruikt sinds 2001. In de volksmond spreekt men nog altijd van de koperfabriek, hoewel de koperafdeling ondertussen niet meer tot de Umicoregroep behoort. De verschillende stortplaatsen, waaronder één met radioactief afval in de buurt van het bedrijf wijzen op het zware industriële verleden. Van 1922 tot de jaren ’70 werd er bv. ook radium geproduceerd. In het kader van het bodemsaneringsdecreet werden in 2007 saneringswerken uitgevoerd aan het riviertje de Bankloop naast het bedrijventerrein en de aangrenzende terreinen in Olen en Geel. Vandaag is de vestiging in Olen belangrijk op het vlak van onderzoek naar en ontwikkeling van schone technologieën en de recyclage en productie van hoogtechnologische materialen op basis van kobalt en germanium. Die vind je terug in herlaadbare batterijen, lenzen en zonnecellen voor satellieten.

Ter hoogte van Dessel en Mol bestaat het landschap uit (non-)actieve zandwinningsputten. De Sibelco Group ontgint er witzand voor tal van toepassingen van straalzand tot glasproductie.

Op linkeroever in Mol bevindt zich de site van VITO, een Vlaamse onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van schone technologie en duurzaamheid. Momenteel wordt er een geothermische centrale gebouwd. Op de rechteroever bevindt zich de site van BelgoProces en NIRAS. De productie van kernenergie is CO2 neutraal, maar doet radioactief afval ontstaan met een lange halveringstijd. Dit radioactief afval wordt voor komende generaties veilig opgeborgen op de site van NIRAS. Langs het kanaal is een betoncentrale die speciaal beton produceert voor de veilige ondergrondse opslag van het radioactieve afval.


Bron kaart: © Binnenvaart Vlaanderen    |    Foto: © de Milieuboot: Site van De vlaamse Waterweg nv op het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten

Landbouw

De landbouwsector is in het Netebekken vrij gelijkmatig verspreid in het landschap. Voornamelijk veeteelt en akkerbouw zijn er de hoofdactiviteiten. Het Kempische Domein en het Zeggedomein zijn monotone, open weilandlandschappen met moderne veehouderijen. Hun kunstmatig karakter wordt nog versterkt door de rechtlijnige ontwateringsgrachten. De Zegge, het Olens Broek en de Mosselgoren zijn nog een drietal relict valleilandschappen tussen deze kunstmatige agrarische gebieden. Het originele laagveenmoeras bleef er vrijwel intact.

Door meststoffen die van de akkers naar het oppervlaktewatersysteem vloeien, heeft de landbouwsector een belangrijke impact op het watersysteem.

Natuur

De Kempense bodem bestaat vooral uit zand. Hoger gelegen gebieden zijn droog en weinig vruchtbaar, terwijl in de valleien veel waterrijke gronden voorkomen.

Belangrijke natuurgebieden langs het Kanaal Bocholt-Herentals zijn De Zegge, Neerhelst-De Botten, de Mosselgoren, de Larumse Heide, de Snepkensvijver, Gooreind en het Olens Broek.

Het uitgestrekte valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden is habitatrichtlijngebied. Habitatrichtlijngebieden zijn speciale Europese beschermingszones waarin men de natuurlijke leefomgeving van wilde planten en dieren in stand wil houden of herstellen. Ook op het kanaal wordt aandacht besteed aan fauna en flora. Plantenrijke plasbermen en rijk begroeide oevers bieden paaiplaats voor vissen.


© De Milieuboot: Paaiplaats voor vissen                                                                     © De Milieuboot: Recreatie op en langs het kanaal

Recreatie en toerisme

Op beide oevers langs het kanaal bevinden zich een achttal grote ondergelopen zandwinningsputten. Vier van deze putten werden gereserveerd voor recreatie, bv. om te windsurfen, en vier kregen de bestemming natuurgebied. Fietsers en wandelaars kunnen aangenaam vertoeven aan de surfput in Mol. Verschillende fietslussen leiden de recreant langs de meren en kanalen in de streek.

Bij Sas 4 in Dessel kruisen drie kanalen: Bocholt-Herentals, Dessel-Schoten en Dessel-Kwaadmechelen. Dat is uniek in Europa. Op de Sas4-Toren geniet je vanop 37m van een schitterend panorama: een lappendeken van kanalen, meren en plassen. In het bezoekerscentrum is er een expo over de zandwinning, de Kempense kanalen en de natuur en worden er beelden getoond van de webcams op de top van de toren.

Postel was in de geschiedenis een belangrijk gebied in Mol voor turfwinning. Vissers en toeristen kunnen nu langs de oude turfputten terecht voor hengel- en zwemplezier.

Waterkwaliteit

Op verschillende plaatsen duiken beken en rivieren - o.a. het Groot Schijn en de Wezelse beek - onder het kanaal door. De waterkwaliteit van deze beken heeft geen invloed op de waterkwaliteit van het Albertkanaal die relatief goed is. Enkel bij hevige regenval komt het water van de beken via overstorten in het kanaal terecht. De impact op het Albertkanaal (en dus de drinkwaterproductie) is dan ook eerder beperkt vanwege het relatief lage debiet.

De waterkwaliteit in het Netebekken scoort beter dan in alle andere bekkens in Vlaanderen. Hier werden immers al vrij vroeg rioolwaterzuiveringsinstallaties gebouwd. Door de landbouwactiviteit en de industrie in de streek vormen parameters zoals stikstof, fosfor en zware metalen een belangrijke druk op het watersysteem.

Het Kanaal Bocholt-Herentals bevat voldoende zuurstof, waardoor er heel wat kleine ongewervelde dieren (macro-invertebraten) voorkomen. Het is belangrijk dat de waterkwaliteit van het kanaal goed is en blijft, want dit kanaal staat in verbinding met het Albertkanaal waaruit drinkwater wordt gewonnen. De industrie mag geen afvalwater lozen op het kanaal (wel koelwater), zij lozen hun afvalwater in de beken. Beken lopen d.m.v. duikers onder het kanaal door en staan dus niet in verbinding met het kanaal.

Het visbestand in het kanaal is eerder eenzijdig. Bovendien bedreigen exoten zoals de zwartbekgrondel de inheemse vissoorten waaronder de blankvoorn en de brasem. De ongunstige structuurkenmerken, eigen aan een kanaal, reduceren de overlevingskansen van de fauna.

De droge en warme zomer stimuleert de bloei van blauwalgen in het kanaal. Deze toxische alg vormt een bedreiging voor mens en dier. Sportevenementen en recreatie op het water worden afgelast wanneer blauwalg wordt gesignaleerd.


© De Milieuboot: Algen op het kanaal                                                                       © De Milieuboot: Gevaar voor blauwalgen



HET KANAAL DESSEL-TURNHOUT-SCHOTEN

Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten vormt via Turnhout de verbinding tussen Antwerpen en het Kanaal Bocholt-Herentals en heeft een lengte van 63 km.

Scheepvaart

Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten overbrugt met tien sluizen een hoogteverschil van 25,70 m. Van de tien sluizen liggen er negen in de laatste tien kilometer, dus dicht bij Schoten. De eerste sluis is die van Rijkevorsel. Gemiddeld hebben de sluizen een verval van 2,5 m. Het 38 km lange traject tussen Dessel en Rijkevorsel is opgedeeld in drie kanaalpanden door middel van twee noodsluizen, één in Dessel en één in Ravels. Deze noodsluizen werden gebouwd omdat het pand tussen de sluis van Rijkevorsel en de sluis van Hasselt 100 km lang is. Bij een dijkdoorbraak worden de stroomopwaartse deuren gesloten. Zo wordt voorkomen dat het kanaal leegstroomt.

Omdat het kanaal vrij smal is, werden verbredingen aangelegd (zwaaikommen) waar schepen mekaar kunnen kruisen. Het geladen schip moet de rechteroever volgen, daar is de vaargeul het diepst. Het ongeladen schip wacht in de verbreding langs de ondiepere linkeroever.

Industrie

Bij het graven van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten stootte men op kleilagen die op sommige plaatsen vrij dik waren en tamelijk dicht bij de oppervlakte lagen. Dit maakte van de streek een ideale plaats voor steenbakkerijen. Vanaf het begin van de 20ste eeuw tot het midden van de jaren ’70 werd de klei ontgonnen. Het kanaal zorgde samen met de buurtspoorweg voor een enorme stimulans van de handel en nijverheid in heel de Kempische streek.

Langs het kanaal zijn ook nu nog bedrijven gelegen die bakstenen produceren. De bekendste naam is Wienerberger. Het bedrijf ligt mee aan de basis van de invoering van pallettransport via de binnenvaart. De vestiging in Beerse heeft een kaaimuur speciaal aangepast voor deze vorm van scheepvaart.

Metallo Chimique in Beerse recycleert non-ferro metalen, koper, tin, zink en lood uit metaalafval. Het bedrijf maakt voor de aan- of afvoer van producten geen gebruik van de waterweg. Sinds 1990 bezit het bedrijf een eigen waterzuivering. Het afvalwater, een mengsel van sanitair water en proceswater, wordt centraal verzameld. In de afvalwaterbehandeling ondergaat dit water een fysicochemische zuivering voordat het hergebruikt of geloosd wordt.

Campine NV is het tweede opvallend metallurgisch bedrijf. Dit bedrijf smelt en zuivert lood en antimoon. Begin jaren ‘90 is het bedrijf gestart met de recyclage van loodbatterijen en accu’s van auto’s. Sinds 1996 heeft het een eigen waterzuiveringsinstallatie. Gezuiverd afvalwater wordt in de Bosbeek geloosd en niet in het kanaal.

De bedrijven Campine NV en Wienerberger hebben de handen in elkaar geslagen met Natuur en Bos om het natuurreservaat Absheide, ten noorden van de twee bedrijven, te herstellen.


© De Vlaamse Waterweg nv: Overzicht sluizen en bruggen op het kanaal                    © De Milieuboot: Scheepvaart op het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten

Natuur

Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten loopt tussen Dessel en Arendonk door een natuurrijk gebied. Links en rechts van het kanaal zijn zones ingekleurd als Natura 2000 gebied, wat betekent dat de biotopen die zich daar bevinden Europese bescherming genieten wegens zeldzaam en bedreigd. In het vogelrichtlijngebied Ronde Put ter hoogte van Postel huist onder meer de zwarte specht, de blauwborst en de boomleeuwerik.

Het habitatrichtlijngebied ‘vennen, heide en moerassen rond Turnhout’ vormt het leefgebied van onder meer de kleine en de grote modderkruiper, de drijvende waterweegbree en de meervleermuis.

Het kalkrijke Maaswater bevordert de groei van schelpdieren in het kanaal. Ze zetten zich vast op de breukstenen langs de oevers en op de sluisdeuren. Langs het kanaal zijn uitstapplaatsen aangelegd voor reeën en ander wild. Oude bunkers vormen een ideale schuilplaats voor vleermuizen. De watervleermuis, meervleermuis, franjestaart, baardvleermuis, ingekorven vleermuis en grootoorvleermuis vertoeven er. Twee soorten die hier voorkomen zijn op Europees grondgebied met uitsterven bedreigd.

Sinds enige tijd woekert de exotische waterplant Cabomba of waterwaaier in het kanaal. De lange stengels zijn een doorn in het oog voor de pleziervaart en de watervangen van bedrijven. De Vlaamse Waterweg nv zoekt samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) naar doeltreffende maatregelen om deze exoot te bestrijden.

Wonen aan het water

Waar bedrijven verdwijnen worden de industriële sites omgevormd tot appartementsgebouwen met zicht op het kanaal. De blauw-groene kanaalzone is een trekpleister voor wonen aan het water.

Landbouw

Vanaf het kanaal zijn de landbouwactiviteiten in de regio niet altijd goed te zien. Toch zijn er heel wat melkveebedrijven en akkerbouwbedrijven (maïsproductie, asperges, aardappelen, koolsoorten, aardbeien,…)


© De Milieuboot: Een uitstapplaats voor reeën                                                            © De Milieuboot: Wonen langs het kanaal in Turnhout

Recreatie en toerisme

Als fietser kom je goed aan je trekken in de streek van de Antwerpse Kempen. Fietsroutes zoals het ‘Binkenpad’ en de ‘Vlaanderen fietsroute’ lopen langs het kanaal. Ook kajakkers en sportvissers vinden hier de nodige ontspanning. De vele vissers die hier ‘s zondags hun geduld en geluk komen beproeven vormen een bewijs van de relatief goede kwaliteit van het kanaalwater.

De oude kleiputten langs het kanaal trekken zowel vissers als motorcrossers aan. Aan één van de zwaaikommen in Beerse wordt iedere zomer een pop-up bar ingericht.

Waterkwaliteit

Ondanks het feit dat het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten voldoende zuurstof bevat waardoor er veel verschillende soorten ongewervelde dieren (macro-invertebraten) voorkomen, blijft het visbestand matig. Nochtans werden op verschillende plaatsen paaiplaatsen voor vissen gecreëerd.

Met 19 vissoorten (2017) is het visbestand in het kanaal relatief omvangrijk. In de kanaalverbredingen, waar paaiplaatsen ingericht zijn, worden de meeste vissen aangetroffen.

Drinkwaterproductie

De Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) zorgt voor de watervoorziening in de gemeenten langs het kanaal. Het water wordt er o.a. uit de grond gepompt in Beerse en in Arendonk. In Oud-Turnhout ligt er een drinkwaterproductiecentrum

WATERBEHEER EN KLIMAATVERANDERING

Om scheepvaart mogelijk te houden op de Kempense kanalen moet het waterpeil steeds worden gecontroleerd en aangevuld indien nodig. Ze worden gevoed met water uit de Maas. Dit betekent dat er via de kanalen Maaswater kunstmatig wordt overgebracht naar de Schelde. De watersamenstelling van deze twee stromen is nochtans totaal verschillend. Het Maaswater is kalkrijk, het Scheldewater ter hoogte van Antwerpen is eerder brak. Het kalkrijke Maaswater is ook zeer verschillend van de watersamenstelling van de natuurlijke waterlopen in het gebied rond de kanalen. Het overstorten van water van de ene waterloop naar de andere beïnvloedt de biotoop van de planten en dieren die er leven. Ook irrigatie van waterrijke gebieden met kalkrijk Maaswater brengt wijzigingen in de soortensamenstellingen teweeg.

Door de klimaatverandering krijgen we vaker te kampen met lange droge perioden. Door de lage waterstand in de rivieren en in de Maas kan er minder water naar de Kempense kanalen gevoerd worden. De waterbeheerder is dan genoodzaakt om maatregelen te nemen, zoals het beperken van het gebruik van de sluizen.




© De Milieuboot: Paaiplaats voor vissen aan de Nieuwe Kaai in Turnhout                   © De Milieuboot: Recreatie op het kanaal
Bannerfoto © De Milieuboot: Het waterpeil is op bepaalde plaatsen hoger dan de omgeving rond het kanaal.


Reacties op de nieuwsbrief en/of voorstellen voor artikels zijn welkom

Het project Educatieve Milieuboottochten wordt gesubsidieerd door het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.
De Milieuboot vzw - De Gheeststraat 16 - 9300 Aalst - tel. 053 72 94 20
| www.milieuboot.be | Uitschrijven | Privacy |